En ik had het al betaald.
Maar ik ben allang blij dat het weer mogelijk is...Want om foto's te verwijderen om ruimte te creëren........Dat zag ik niet zo zitten.
Deze wandeling van 30 Mei 2009 plaats ik dus met terugwerkende kracht.
Ingang De Zilk.
Net over de brug (Schrama) het Oosterkanaal over zie je de wilde (nou...wilde) konijnen.
Ik ga rechts over het gebied Franse Vlak...waar ik deze herten tegenkomt.
Ik ga rechts over het gebied Franse Vlak...waar ik deze herten tegenkomt.
Vooral die donkere...Heeft mijn voorkeur.
Wel apart...Er zijn ooit zo'n acht damherten uitgezet in Aardenhout...Daar zaten denk ik geen zwarte bij.
Over het Vogelenveld.
Waar deze damherten het veld oversteken.
Waar deze damherten het veld oversteken.
Hertjes Palmveld
Wat een dreigende houding neemt dit schaap aan.....Bluf...???
Ik hoop de naam nog te horen.
In het Gebied Witteveld..........Zie ik dit mannetjes damhert
Hij ziet mij...
En hij loopt naar de top van een heuvel.
Om daar mooi te poseren...Geweldig die medewerking!
Voor vele planten en dieren zijn de duinen een bron van leven. De grote variatie in landschap maakt dat er voor vele soorten een leefgebied te vinden is. Door de overheersende wind uit het zuidwesten zijn hoefijzerachtige duinvormen ontstaan. Een flauwe helling gericht op het zuiden en een steile noordhelling aan de andere kant. De zon schijnt op de zuidkant van de helling. Daardoor kan de temperatuur hoog oplopen. De andere kant is schaduwrijk en daardoor koeler en vochtiger. De noordhellingen zijn daarom veel meer begroeid dan de schaars begroeide zuidhellingen.
Westerkanaal
Voor vele planten en dieren zijn de duinen een bron van leven. De grote variatie in landschap maakt dat er voor vele soorten een leefgebied te vinden is. Door de overheersende wind uit het zuidwesten zijn hoefijzerachtige duinvormen ontstaan. Een flauwe helling gericht op het zuiden en een steile noordhelling aan de andere kant. De zon schijnt op de zuidkant van de helling. Daardoor kan de temperatuur hoog oplopen. De andere kant is schaduwrijk en daardoor koeler en vochtiger. De noordhellingen zijn daarom veel meer begroeid dan de schaars begroeide zuidhellingen.
De buitenste rand van het duin langs de Noordzee wordt gevormd door de zeereep. Tegen de zoute zeewind zijn niet veel planten bestand. Toch zijn ze er wel te vinden, zoals bijvoorbeeld helm, blauwe zeedistel en zeewinde. Deze planten komen elders in het duin nauwelijks voor. Verder van zee - in de luwte van de hellingen - vinden we meer struiken. Duindoorns, vlier en liguster vormen kleine bosjes.
-
Hoe verder van zee hoe meer bomen en hoe hoger de struiken zijn. Meidoorns, eiken en kamperfoelie zijn in de grote valleien, zoals de vallei Meijendel, te vinden. Meidoornbosjes zijn een ideale broedgelegenheid voor nachtegalen. Bosvogels als de havik, tjiftjaf en wielewaal hebben hier hun leefgebied. De groene specht leeft van rode bosmieren en komt alleen daar voor waar ook te eten is.
-
Hoe verder van zee hoe meer bomen en hoe hoger de struiken zijn. Meidoorns, eiken en kamperfoelie zijn in de grote valleien, zoals de vallei Meijendel, te vinden. Meidoornbosjes zijn een ideale broedgelegenheid voor nachtegalen. Bosvogels als de havik, tjiftjaf en wielewaal hebben hier hun leefgebied. De groene specht leeft van rode bosmieren en komt alleen daar voor waar ook te eten is.
Moeflon - Vooral de vrouwtjes lijken veel op Damhert hinde's.
Hier in het gebied Groot Zwarteveld
Reeën in de duinen
Begin jaren tachtig deed de ree zijn intrede in het duin. En sindsdien is het aantal reeën jaarlijks toegenomen, zo blijkt uit tellingen. De ree is een echte ‘knabbelaar’ en eet bramen, bessen, twijgen, scheuten, knoppen en loten van struiken en bomen en kruiden. Het is een herkauwer die voornamelijk actief is in de schemering; van september tot april voornamelijk 's nachts. Van mei tot augustus is de ree ook overdag actief; in gebieden waar hij niet wordt verstoord laat hij zich ook meer zien. Van augustus tot maart leven de reeën in kleine familiegroepjes. Hierdoor zijn ze ‘s winters minder territoriaal, mogelijk omdat de dieren energie moeten besparen door voedselschaarste en omdat ze vaker hun eigen territorium moeten verlaten om voedsel te vinden.
Begin jaren tachtig deed de ree zijn intrede in het duin. En sindsdien is het aantal reeën jaarlijks toegenomen, zo blijkt uit tellingen. De ree is een echte ‘knabbelaar’ en eet bramen, bessen, twijgen, scheuten, knoppen en loten van struiken en bomen en kruiden. Het is een herkauwer die voornamelijk actief is in de schemering; van september tot april voornamelijk 's nachts. Van mei tot augustus is de ree ook overdag actief; in gebieden waar hij niet wordt verstoord laat hij zich ook meer zien. Van augustus tot maart leven de reeën in kleine familiegroepjes. Hierdoor zijn ze ‘s winters minder territoriaal, mogelijk omdat de dieren energie moeten besparen door voedselschaarste en omdat ze vaker hun eigen territorium moeten verlaten om voedsel te vinden.