Afb. Links: Vlinderpad.
Deze paden zijn een genot om te lopen. Ook al zie je geen vlinders het zijn spannende smalle paadjes die dwars door het gebied gaan.
Ondanks dat er van alle kanten joggers en noordenwalkers actief waren bleef dit damhert rustig en was hij niet van plan om zijn warme plekje op te geven.
Deze foto is genomen op een vlinderroute , ik ging even aan de kant om ze de ruimte te geven om mij te passeren. "Sorry dat we storen"zei de één na laatste. Waarop de laatste aangaf dat hij de achterste en laatste persoon was. Het is natuurlijk best leuk en zwaar om zo'n pad van bergen en dalen te nemen.
Stunt Terschelling
Geen Damherten maar Edelherten!
Er zijn nieuwe foto's die bewijs vormen voor de aanwezigheid van edelherten op Terschelling.
De foto's zijn afkomstig van een jager die ze doorspeelde naar Omroep Friesland. Boswachter Henk Ruseler, die al 26 jaar op de Hoge Veluwe werkt, bevestigt dat het inderdaad edelherten betreft.
Afgelopen donderdag kwam een boswachter al met een foto waar een hert op stond. Edelherten komen met name voor op de Veluwe.
De foto's zijn afkomstig van een jager die ze doorspeelde naar Omroep Friesland. Boswachter Henk Ruseler, die al 26 jaar op de Hoge Veluwe werkt, bevestigt dat het inderdaad edelherten betreft.
Afgelopen donderdag kwam een boswachter al met een foto waar een hert op stond. Edelherten komen met name voor op de Veluwe.
Diverse vakantiegangers schoten afgelopen week foto’s van herten op Terschelling. En dat was raar, want tot toen toe was er op het eiland nog nooit een hert gesignaleerd.
Gelukkig is het hertenmysterie nu is opgelost. Het blijkt te gaan om een flauwe grap van een groep kroegvrienden die geld bij elkaar legde en tien edelherten kochten. De dieren zijn in een veewagen naar het eiland gehaald en daar vrijgelaten.
Gelukkig is het hertenmysterie nu is opgelost. Het blijkt te gaan om een flauwe grap van een groep kroegvrienden die geld bij elkaar legde en tien edelherten kochten. De dieren zijn in een veewagen naar het eiland gehaald en daar vrijgelaten.
Invoer van edelherten is in strijd met de faunawet. Volgens jager Jan Smit van West-Terschelling zijn de negen hinden ook nog eens drachtig, zodat de illegale roedel dreigt uit te dijen.
Voetsporen in het zand bij Kattenpan , een mooi en rustig gebied.
Ook hier keek ik eerst heel voorzichtig over de duintop heen en zag deze vos lekker in het gras liggen.
Een pracht beestje en gelukkig had hij me niet in de gaten.
Zo kon ik even een paar foto's maken en het beestje goed bekijken.
Nog geen tien minuten geleden was mijn mobiel afgegaan , ik had dus geluk dat het nu niet gebeurde.
Want dan was hij er zeker vandoor gegaan.
Hij was niet alert en had het druk met zichzelf.
Hij keek in mijn richting , spitste de oren en ging er als een speer vandoor.
Volgens jagers zijn er te veel vossen in ons land. Voor de Tweede Wereldoorlog werd de vos nog fel bejaagd, eerst om zijn vacht, later om zijn vermeende schadelijkheid. Na de oorlog was er inderdaad sprake van een toename. In 1969 werd de klem als legaal vangmiddel afgeschaft. Hierdoor verminderde de jachtdruk op de vos en kon de soort zich uitbreiden. Toch worden er jaarlijks nog zo'n 10.000 vossen geschoten. De vraag is of de populatiegroei van de vos ongezond is. Als norm wordt gehanteerd dat er niet meer dan een vos per vijfhonderd hectare mag voorkomen. Deze norm is gebaseerd op de achterhaalde manier om hondsdolheid te bestrijden door afschot. Tegenwoordig wordt gebruik gemaakt van lokaas met een vaccin, zodat afschot niet meer nodig is. Wetenschappelijk onderzoek van biologen heeft aangetoond dat de vos in de meeste gevallen niet beschouwd kan worden als een schadelijke predator. In sommige gebieden is er echter wel sprake van een onnatuurlijk hoge populatie. De vraag is of deze overbevolking alleen door afschot kan worden tegengegaan. Het beperken van het bijvoeren van de wildstand moet daarbij zeker ook ter discussie worden gesteld. De vos heeft weinig natuurlijke vijanden. Maar ziekte en ouderdom eisen wel hun tol. Bovendien is er maar beperkte ruimte voor vossen beschikbaar. Men schat dat een vos behoefte heeft aan een territorium van 100 tot 400 hectare groot. Overtollige vossen worden continue door hun sterkere soortgenoten verjaagd en sterven uiteindelijk aan voedselgebrek. Reductie van de vossenstand door middel van afschot lijkt dus moeilijk, omdat opengevallen plaatsen weer direct worden opgevuld door andere, zwervende vossen.
De Geschubde inktzwam (Coprinus comatus) is waarschijnlijk de bekendste van de ruim honderd Inktzwammen (geslacht Coprinus) die in Nederland voorkomen.
Een jonge Geschubde inktzwam smaakt uitstekend, maar moet wel direct na het plukken verwerkt worden. De zwam is niet meer eetbaar wanneer vervloeiing of verkleuring optreedt.
Een jonge Geschubde inktzwam smaakt uitstekend, maar moet wel direct na het plukken verwerkt worden. De zwam is niet meer eetbaar wanneer vervloeiing of verkleuring optreedt.
Ik was verleden keer al door Marijke geattendeerd dat hier (Luizenberg) een prachtige bunker was die verscholen lag onder een berg.
Maar toen regende het en had het geen zin om foto's te maken.
Ik weet niet hoe groot hij wel niet is , maar aan de berg te zien schat ik hem heel groot.
Ik weet niet hoe groot hij wel niet is , maar aan de berg te zien schat ik hem heel groot.
Bunker 121
Bunker 120
Vleermuizen:
Grotten en bunkers
Grotten, bunkers, forten en andere onderaardse ruimten zijn in Nederland vooral belangrijk als winterverblijven, hoewel in andere landen ook zomerkolonies vaak in dergelijke ruimten worden aangetroffen. Winterverblijven moeten aan een aantal belangrijke voorwaarden voldoen om geschikt te zijn voor vleermuizen. De temperatuur moet niet onder het vriespunt komen en niet aan grote schommelingen onderhevig zijn, de luchtvochtigheid moet hoog zijn en de wanden moeten ruw genoeg zijn om de vleermuizen eraan te kunnen laten hangen. Sommige soorten kruipen het liefst weg in spleten, barsten en andere holten in de muren, terwijl anderen open en bloot aan de muren hangen. Verstoring door mensen is zeer ongunstig, omdat hierdoor de temperatuur verhoogd wordt en de lucht in beweging komt, wat de vleermuizen uit hun winterslaap kan halen.
Grotten, bunkers, forten en andere onderaardse ruimten zijn in Nederland vooral belangrijk als winterverblijven, hoewel in andere landen ook zomerkolonies vaak in dergelijke ruimten worden aangetroffen. Winterverblijven moeten aan een aantal belangrijke voorwaarden voldoen om geschikt te zijn voor vleermuizen. De temperatuur moet niet onder het vriespunt komen en niet aan grote schommelingen onderhevig zijn, de luchtvochtigheid moet hoog zijn en de wanden moeten ruw genoeg zijn om de vleermuizen eraan te kunnen laten hangen. Sommige soorten kruipen het liefst weg in spleten, barsten en andere holten in de muren, terwijl anderen open en bloot aan de muren hangen. Verstoring door mensen is zeer ongunstig, omdat hierdoor de temperatuur verhoogd wordt en de lucht in beweging komt, wat de vleermuizen uit hun winterslaap kan halen.