woensdag 10 december 2008

Ontdekking Nieuw Beest AWD

Vandaag een beest gezien die ik niet snel meer gaat vergeten.
En natuurlijk dit donkere damhert met één oogtak die scheef afstond.
Ik moest langs hun heen over een duintop maar ik benaderde ze heel rustig. Ze stonden op maar bleven staan en hielden me in de gaten.
Opeens keken ze de andere kant op , ik verwachte wandelaars of nog meer herten.
Later bleek dit niet zo te zijn. Maar waar ze hier nu zo opeens naar zaten te kijken?
Ik zal er nooit achter komen.

Een imposante foto van dit damhert. Hieronder zie je duidelijk dat zijn huid nogal rimpelig is.


En daar ontdekte ik een nieuw beest die je niet zo snel verwachte.
Zeker niet in het AWD.
Hij moet stiekem zijn uitgezet door iemand.
Het bleek te gaan om een jonge Diplodocus.

Diplodocus is een van de best bekende dinosauriërs: van bijna ieder deel van het skelet is wel iets teruggevonden. Het dier was lichter gebouwd dan de meeste sauropoden en woog misschien maar twaalf ton. De lange nek kon niet heel sterk naar boven gebogen worden. Sommige geleerden denken dat dit erop wijst dat het dier vooral planten van de grond at; anderen dat hij zich op zijn achterpoten verhief om hoog in de bomen te reiken.
Ik heb hem maar op een boom gezet , en nu maar hopen dat hij snel een partner vind in het awd.

Ze waren behoorlijk bezig op het Middenveld en dat was wel te horen ook.
Met zwaar matriaal waren ze nog bezig met het maaien en open houden van het gebied.
Foto richting Hazenhoek.
Het Middenveld ziet er als gebied geweldig uit , en bied ondanks het open karakter veel dekkingsplaatsen voor wild.
De Boomklever.
Het is ook de enige vogelsoort die met evenveel gemak langs een boomstam omlaag- als omhoogklimt. Daarin onderscheidt hij zich van spechten, die alleen omhoogklimmen langs boomstammen. Bovendien gebruiken spechten hun staart om op te steunen en dat doet de boomklever niet. Ook onderscheidt de boomklever zich van de spechten doordat hij een zangvogel is.
Spechten (Picidae) zijn een vogelfamilie van kleine tot middelgrote, robuuste vogels met scherpe snavels, een stijve staart en zygodactilische poten waarvan de twee middelste tenen naar voren staan en de buitenste twee naar achteren. Zij leven meestal in bomen en gebruiken hun scherpe snavel en lange kleverige tong om daaruit insecten los te peuteren. Zij gebruiken hun staart daarbij als steunpilaar. Zij leven meest in paren en hakken hun nest uit in een boomstam.

Geel hoorntje (Calocera cornea)

Het geel hoorntje (Calocera cornea) is een van de meest algemene en wijdverbreide trilzwammen. Bij droog weer krimpt deze zwam in tot een harde, hoornige massa, maar regenereert weer in vochtiger omstandigheden.
Het gelatineuze, cilindrische vruchtlichaam van het geel hoorntje is tot 12 mm hoog. Onder gunstige omstandigheden is het glad en kleverig. Het heeft weinig of geen vertakkingen en onderscheidt zich onder andere hierin van het kleverig koraalzwammetje. De kleur is dofgeel tot oranjegeel, vaak met bruinige punten.

Het geel hoorntje komt voornamelijk voor op ontschorste, vermolmde takken en stammen van loofhout.